01 februari, 2011

Tussendoor


Zij zit in de rolstoel, zonder om of op te kijken begint zij klagend te roepen terwijl wij nog achter haar zijn bij binnentreden in wat wel haar laatste eigen woning zal zijn.
Onsamenhangend luid geklaag over eten dat zij niet gehad heeft en bloedsuikercontrole die maar achterwege blijft. Wij worden niet verwelkomd maar krijgen meteen opdracht haar naar het alarmknopje te rollen. Dat zij vervolgens zelf wel weet te vinden. Zij trekt onophoudelijk aan het koordje en er komen steeds verplegenden. "We kunnen wel denken: laat maar, maar als er echt iets aan de hand is en wij reageren niet..."

Eigenlijk is het een nieuwe gewaarwording: ik kan het niet meer opbrengen loyaal te zijn aan mijn moeder. Haar verhaal is dat zij een hele nieuwe heup heeft en dus niet meer kan lopen. Wij weten dat het niet waar is, dat de operatie tamelijk routineus gemakkelijk was en dat zij de onmogelijkheid tot lopen alleen bevordert en instandhoudt door het niet meer te doen. Het houdt vanzelf op.

Ik heb geen idee of twee operaties binnen een jaar onder volledige en waarschijnlijk tamelijk zware narcose de sleutel zijn ter verklaring van zoveel teloorgang. Een psychiatrisch verpleegkundige die er bij komt zitten - chez vous, sur vous et sans vous - vermeldt nog maar eens dat bepaalde eigenschappen die er altijd waren worden uitvergroot. Ik merk hoe naar zij zich gedraagt tegen haar dochter, mijn zuster dus, haar eigenlijk ziet als een zus met wie zij moet concurreren. "Ja jij weet het," is de schampere reactie als wij nog maar eens zeggen dat de heupoperatie niet zo ingrijpend is geweest als zij zelf verkondigt.
Haar nieuwe (en laatste) eigen vertrek is inmiddels gevuld met elementen uit haar woning, mijn ouderlijk huis. Het wordt niet eens meer gezien of gewaardeerd. Twee weken "proefverlof" zo wordt het nu genoemd - daarna wacht vermoedelijk de hel van de verpleegafdeling.
A vue de nez en gehoord het gegil dat zij produceert moet ik inmiddels besluiten dat zij er wel zal passen.

*


Over operaties gesproken: een servicemededeling voor medelijders aan Graves. Eind november ben ik getroffen door griep die omstreeks de Kerst bijna vanzelf vergleed in zware verkoudheid. Die duurde ook meer dan een maand. Dit is de eerste dag waarvan ik kan zeggen dat het voorbij lijkt te zijn.
Wat u er aan gemerkt kunt hebben is dat ik in het algemeen nogal kortaf ben geweest de afgelopen tijd. De tijden zijn er naar, gelukkig enerzijds. Ik heb mij niet gewaagd aan analyses in deze veranderde staat van bewustzijn - gevolg van de permanente griep en bepaalde medicijnen op bepaalde ogenblikken. Afkloppen, hopelijk gaat het nu weer.

Een toevallig gesprek van twee lotgenotes in de wachtkamer bracht mij op het spoor van een verklaring voor zoveel griep voor zo lange tijd. Bij de oogoperaties worden holtes geraakt die ernstig in de war raken en daardoor komt verkoudheid veel zwaarder aan dan redelijk lijkt.
Ik informeer er naar bij de oogarts in wiens wachtkamer ik tenslotte zit. "Dat zou best kunnen," zegt hij losjes als altijd. "Als u wilt kunnen we een ct-scan maken om te zien of het klopt." "En wat dan?" vraag ik. "Ja dan - niets verder. Dus ik zou het niet doen." Dus niet. Ik ben wel min of meer ontslagen als patiënt nu, de toestand is stabiel. Dit is het.
Maar goed: maximale griep en verkoudheid als gevolg van (de behandeling van) Graves, die wist ik nog niet.

Geen opmerkingen: