31 maart, 2011

Naar en van de Javastraat


De kop van de Javastraat bij de spoordijk moet de rand van de polder zijn waarin de Indische buurt ligt. Van de step (autoped) weet ik het nog goed: je kon een flink eind freewheelen (al noemde je dat niet zo) vanaf het begin, vaart zonder af te zetten.
Steppende kinderen zie je niet meer, de stoep is nauw en vol. Toen de winkel door mijn moeder verkocht werd was ik zestien, bijna zeventien. De step is in de winkel gebleven, met de schommel die daar ook was.
De helling zie ik nog steeds terug.

Naar de Javastraat hoort men zich te begeven met lijn 10, halte Timorplein en dan lopend door de Sumatrastraat. Ik moest rechtsaf de Madurastraat in voor de J.P. Coenschool, die honderd jaar bestaat dit jaar (de Javastraat viert feest, ik voel mij er niet zo naar).
Geen foto van de eenrichtingshalte Timorplein die al jaren niet meer bestaat, de halte Zeeburgerdijk moet volstaan.
Lijn 10 is weg uit Borneo- en Molukkenstraat.
Aan tramlijn 11 heb ik geen herinnering. De buslijn kon je nemen vanaf het Muiderpoortstation, pas later kwam ik er achter dat in het derde stuk van de Javastraat bij het Javaplein er een halte naar het centrum was die misschien dichterbij was.


Weg van de Javastraat, bij gebrek aan tegenhanger van de halte Timorplein, neemt men lijn 3 vanaf het beginpunt, Station Muiderpoort (de halte is in de Celebesstraat). Lijn 3 rijdt, behoudens het stuk over de "nieuwe" Vondelbrug, nog steeds de route zoals ik die van oudsher gewend ben.
Halte Wibautstraat, overstappen voor lijn 5, een halte rijden naar de Gijsbrecht van Aemstelstraat - de onvoorstelbare rust van de Wibautstraat, waar het "zandlandje" bebouwing verbeidde maar dat wisten we niet toen we er speelden. De afstanden die je nu wel moet lopen omdat er geen keuze is werden als vanzelfsprekend met de tram gedaan.


Lijn 3 bracht ons naar de Van Woustraat waar mijn oma haar laatste jaren voor haar val (en het waren er ruim twintig) woonde. Soms twijfelde ik de afgelopen jaren aan het herkenningsvermogen van mijn moeder, maar op mijn laatste tocht met haar in het najaar - als begeleider naar het VU-ziekenhuis - reden we er langs en zei zij: "daar woonde mijn moeder". Het sneed door mij heen alle keren dat ik er langs ben gereden vervolgens. Ik vond het vertrouwenwekkend dat er een afspraak voor oktober 2011 werd gemaakt.
Geen garanties.

Verder op de route lag de Bilderdijkstraat, het verste punt waar ik kwam met lijn 3. Mijn oom en tante woonden daar bij de hoek van de Kinkerstraat, waar de eerste vestiging van Smulders lederwaren was. (De Nieuwendijk, die een belangrijke rol in mijn eerste tien levensjaren speelde, was de tweede, de Javastraat de derde).
Ik heb de afstand, hoe onhandig ook, als saluut, de laatste tijd zo afgelegd.
De vinger Gods bepaalde dat een lieve en dierbare radiocollega bleek te wonen in het oude huis van mijn oom en tante, de indeling herkende ik nog geheel. Betrokken collega is uit het beeld verdwenen, ik heb gefaald in het onderhouden van het contact denk ik.

Vreemde gewaarwording: kussen in het huis waar je dertig jaar eerder puber geworden bent. "Het" brak uit terwijl ik ingekwartierd was bij oom en tante toen mijn moeder lang met hernia in het ziekenhuis lag (ziekenhuistijden werden altijd uitgemolken vanwege de diabetes).

Vaarwel aan dit alles, al blijft de herinnering.
Zelfs het voortbestaan van de tramlijnen is zeer onzeker nu (lijn 5 werd gedegradeerd tot spitslijn een paar jaar na ons vertrek van de Weesperzijde en verdween helemaal in 1965).

Geen opmerkingen: