14 juni, 2009

De droom van vrije radio - 1


Het zou zijn eerste plaat zijn. Het intro zou als een op hol geslagen stier denderen, hij zou alleen maar "ik ben op de radio, help!" roepen en dan zou Fontella "Rescue me" beginnen te zingen.
En de rest zou radiogeschiedenis worden. Natuurlijk was hij niet bang, hij was niet onhandig en hij wist een heleboel van de muziek.

Dat laatste mag waar zijn, maar pas later bedacht hij nuchter dat dit te danken was aan intens luisteren naar de radio. Over Bob Noakes en Brian Anderson is geboekstaafd dat zij tijdens vrije uren in een productiestudio op de Mi Amigo discjockey speelden en dat dit de "echte" deejays opviel, en zo kregen zij hun kans. Dan ben je wel al aan boord. Anoraks (de uitdrukking is gelanceerd door Andy Archer, als een aanduiding voor zeeradiogroupies van beiderlei kunne, en het woord is breed ingeburgerd) worden radiopresentatoren, ze kunnen niet van de oorspronkelijke onderscheiden worden. In Hilversum worden ze het natuurlijk niet, maar elders wel.
Maar is er een elders?

Onlangs hoorde ik opnamen van WHS, een van de stations van de indertijd legendarische 95,5 in Amsterdam. Iedere tweede plaat startte op het verkeerde toerental. Stiltes waren standaard. Een volgende nummer werd aangekondigd met de vaste formule "ik ga verder met". Liefst - dit was voor de gevorderden - dienden er snuivende geluiden gemaakt te worden om uit te laten komen dat je neus er nog wel eentje lustte. Ze hadden zelfs reclamespotjes voor horecagelegenheden waarvan niets beters te zeggen viel dan "je moet er één keer geweest zijn". Het was wel het totale tegenwicht tegen de opgepept-om-niksige stijl van Hilversumse "popradio" en de uitvergroting hiervan op de "piraten". Het had zijn functie - het was ten hoogste storend voor wie ook op die frequentie werkte, streefde naar onderkoelde, "Engelse" presentatiestijl (meestal ontspoorde dit omdat er technisch vaak iets misging) en in ieder geval tijdens de uitzending ten hoogste een joint opstak. En voor de zekerheid: dat was toen nog wat anders dan zo'n kwarteeuw later.

Angst - Uuk, de oprichter en technische man achter RVZ, noemde het de "basisangst" - de boven ons gestelden waren het er niet mee eens dat je uitzond en je was altijd bang dat "ze" zouden komen. Eigenlijk niet altijd: late avonduren en de nacht leken veilig. Maar door het samenwerkingsverband op de 95,5 was RVZ een tijdlang juist alleen een overdagstation, van 12 tot 19, soms 21. Ik weet dat het de "basisangst" wel vergroot heeft en - in het algemeen - de afgemeten stijl van presenteren bij mij bevorderd heeft.

Handigheid - in samenhang met de vorige zin: de meeste van de nieuwste muziek bij RVZ stond op cassettes, CF-90 of daaromtrent, en deze waren volgeperst met de relevante nummers. Er was een cassettedeck met zoekfunctie, maar deze liet het afweten als het zo uitkwam (als er te weinig pauze tussen de nummers was bijvoorbeeld). Het was voortdurend spoelen geblazen. Een enkele keer mislukte het zoeken binnen de benodigde tijd, en soms ontdekte ik daardoor nummers die ik anders overgeslagen zou hebben - bijvoorbeeld van Carlos Perón. Wie hiermee kon omgaan en de Philips-tiptoetsdraaitafels onder de duim had kon werkelijk overal mee omgaan. De armen van de laatste hadden de neiging om bij de minste beweging in hun omgeving van plaats te verspringen, waardoor het scherpzetten ongedaan gemaakt werd en de fameuze loeiende start plaatsvond - een bron van ergernis waarover ik althans mij niet altijd kon heenzetten. Maar uit het met plakband bijeenhouden van een antenne of het desnoods met behulp van een cent of stuiver vertrimmen van een FM-zender kan ik concluderen: onhandig? moi?

En de schroom om in het niets te praten tegen onzichtbare afwezigen ontbrak al toen ik mij voorstelde hoe ik zou beginnen met Fontella Bass. In het echt gaat het evenwel nu eenmaal anders dan in de gedachte. Bij RVZ deed ik de eerste maanden duopresentatie, meestal met Jack (Dr. John Stalin), en de studioapparatuur was nogal wat anders dan het amateuristische rommeltje van Radio Kemphaan. Alleen al het - toen - verticaal opgestelde waarachtige mengpaneel imponeerde mij. Dr. John stelde zich voor en ik kreeg de microfoon en flapte er uit zonder erover nagedacht te hebben - waarover had ik moeten denken - "Rob Gerritsen micside". En er werd een plaat gestart, ik weet niet meer welke.
De rest - is vrijeradiogeschiedenis.
[Mijn echte eerste radiowoorden, op Kemphaan, durf ik nog steeds niet op te schrijven - het komt waarschijnlijk nog wel].

Geen opmerkingen: