03 december, 2008

Het kan alleen maar beter gaan


Onder de tunnel vandaan komt de 304 aanrijden, ik stap op en rijd de twee haltes mee tot het Weesperplein. In mijn hoofd galmt nog de Caroussel waltz. Twee haltes? Je zou er nu niet eens voor opstappen, gesteld dat er nog een tram door de Wibautstraat reed. "Volgende halte alstublieft," vraag je op het voorbalcon aan de bestuurder. Er staat een agent met een klapbord midden op het kruispunt.
Zolang ik het mij herinner en nog kan voorstellen is de wereld waarin dit gebeurt er nog. Een wereld waarin het gebeurt die permanent aanwezig is, onafhankelijk van mijn gedachte of herinnering? Heden, verleden en toekomst altijd gelijktijdig aanwezig?

Zo heel gek is het ook weer niet. De nevelvlek in de telescoop die 12 miljard lichtjaar verwijderd is van de aarde staat (staat?) dicht bij de oerknal, een slordige kleine twee miljard lichtjaar ervandaan. Oerknal of schepping, u zegt het maar zolang u bij dat laatste niet aan anthropocentrische mythes denkt. Al valt zelfs daar over te praten naar het schijnt. Als het gelijktijdig 12 miljard jaar geleden kan zijn en nu, waarom dan niet ook mei 1957? Of zesduizend voor Christus? Enzovoort - inderdaad: ad infinitum... Ook naar de toekomst (gebruikt het voorzetsel dat richting aangeeft).

Ik kan al nauwelijks de vierde dimensie bevatten, wat moet ik mij voorstellen bij een tiende?
(Wordt wellicht vervolgd).

Geen opmerkingen: