26 november, 2006

Weer even een meter lang of daaromtrent


Na het min of meer uit de losse pols schrijven van een stuk voor het Jaarboek Anarchisme over het openbaar vervoer als spiegel van de maatschappij ging ik met de Liefste een eindje fietsen. Als doel namen we het Stadionplein, als thans nog eindpunt van lijn 24. Wonderlijk: kijkend in de richting van het stadion zagen wij een museumtram passeren, wat normaalgesproken niet kan in dit seizoen, hoe zacht het ook is. Het bleek in verband met de komst van Sinterklaas bij de Museumtram te zijn.
Zo grijpt alles ineen. Ik stelde mij voor hoe ik als knaapje tegen dit grootwagennummer had aangekeken en het wapen van Amsterdam eronder. Maar had deze tram wel op "mijn" lijn 5 gereden? Alsof hij mijn gedachten raadde zei de bestuurder (die niet veel ouder dan ik zelf kon zijn): "Ik zie hem nog rijden op lijn 5." Als aanvulling op de blijkbaar storingsgevoelige "Utrechtse" 301-311. Het klopte dus.

Ook het lichtkapraampje, hier gefotografeerd vanaf een balcon van de tram, riep zeer oude gevoelens op. Iets jonger, want bewuster, is de weerstandregelaar aan het plafond, op het balcon met in de hoek weer een lichtkapraampje en zekeringen waarvan ik geen idee heb waartoe ze dienen. Motorwagen 330, een Siemens-Schuckertwagen, heeft jarenlang dienstgedaan als Pekelwagen 17, en was nog lang niet ingericht voor passagiersvervoer. De SSW's, die hoge snelheden konden halen, waren in de jaren vijftig al het stiefkindje van de Amsterdamse tram, eerder dan hun oudere "broertjes" 236-300. Goed om te zien dat er een gered is (misschien komen er nog meer tevoorschijn).

En zo kon ik gefotografeerd worden in de pose van de jongensdroom: trambestuurder. Maar dan wel op een tram als deze. De tweeassers hebben het net tot mijn eindexamentijd weten te rekken, dus daarom uiteraard is het er nooit van gekomen....

Geen opmerkingen: